ext

Beste Kelly Weekers – een reactie op ‘Kappen met vooroordelen over vrouwelijke ondernemers’​

Gisteren las ik je artikel op LinkedIn genaamd 'Kappen met vooroordelen over vrouwelijke ondernemers'. Ik was licht geschokt toen ik de titel las, want mijn visie is dat alle mensen gelijkwaardig zijn en dat ze dienen te worden beoordeeld op hun daden. Lichtelijk nieuwsgierig met wat er gebeurd was besloot ik dan ook om je artikel te lezen.

Zeker met de kennis van je nieuwste boek 'Happy Lifehacks 365' was ik nogal onder de indruk van de eerste zin van je artikel. Deze luidde 'Deze week was het tijdens twee interviews weer raak.', want ik dacht :

"Wow, wat moet dat geweldig zijn dat er vanuit de media zoveel interesse is in jou en/of je nieuwste product! Hoeveel ondernemers zouden daar niet van dromen? Wat een voorrecht!".

In het kader van gelukkig zijn miste ik de dankbaarheid voor het feit dat de media tijd, geld en moeite in jou stopt om jou en je product te promoten. Laat me voorop stellen dat jaloezie van mijn kant niet aanwezig is; maar ik moet wel stellen dat toen ik mijn nieuwste online cursus 'Solliciteren anno Nu' lanceerde ik amper een like van mijn moeder kreeg, laat staan dat de media mij benaderde.

Ik las verder en waarbij mijn oog viel op de zin 'Binnen no-time ging het over ‘mijn bedrijfje’ en over ‘het succes van mijn man’.'. En dan vooral het laatste gedeelte, dat over je man. Wat moet dat heerlijk zijn om als koppel allebei succesvol te zijn in datgene wat je doet. Hoeveel gezinnen in Nederland ervaren het tegenovergestelde? Hoeveel mensen ploeteren er dagelijks en plukken er nauwelijks de vruchten van? Wederom, wat een prachtige en bevoorrechte situatie hebben jullie voor jezelf gecreëerd! Iets waar een stuk dankbaarheid en trots niet zou misstaan.

Ook de zin die daarop volgde wekte mijn interesse. Je schreef ‘Jij was toch ook model. Die looks helpen natuurlijk!’. Ik betrapte mezelf erop dat ik een beetje moest gniffelen. Vaak lees ik posts van je op LinkedIn waarin een foto van jou geplaatst is. Er is veel aandacht besteed aan je uiterlijk en aan de foto. Waar ik mezelf op betrap is dat ik sneller je artikel ga lezen door de foto die je erbij geplaatst hebt zonder dat de foto daadwerkelijk een representatie weergeeft van de inhoud van je bericht. Even als voorbeeld; iemand schrijft een artikel over boten en zet er een plaatje bij van een auto waarbij ik besloot het artikel te lezen door het plaatje van de auto. Dat dus.

Mensen voelen zich aangetrokken tot schoonheid. Mannen en vrouwen. Dit hebben ze zelfs bij baby's getest en het bleek dat ze langer keken naar foto's van fotomodellen dan naar foto's van 'mensen met een gemiddelde schoonheid'. En dit zet je in. Logisch. Want werk met wat er is. Als je het geluk hebt gehad dat je 'de juiste genen' hebt gekregen bij je geboorte dan is dat simpelweg een cadeautje. En ongetwijfeld zul je er ook hard aan werken om je schoonheid intact te houden, maar dat neemt niet weg dat je de mazzel hebt gehad dat je van nature een mooi mens bent.

Corrigeer me als ik fout zit, maar ik ben nog nooit een foto van je tegengekomen op LinkedIn die je op zondagochtend om 9u gemaakt hebt zonder make-up, je haar in een staart en met een slobbertrui aan. En dan van die dikke wallen onder je ogen omdat je kinderen je de halve nacht wakker hebben gehouden.

Niet iedereen ziet er zo mooi uit als jij. Wederom; terecht dat je dit in zet als commercieel middel. Zo werd ik recentelijk ook  geconfronteerd met de zeer prettige stem van Patrick Kicken bij het Nationale Stress Debat. Damn wat heeft die kerel een prettige stem om naar te luisteren. Logisch dat hij werkte voor de radio en nu podcasts doet.

Ook Patrick Kicken werkt met wat er is. Hij heeft die prettige stem cadeau gekregen bij z'n geboorte en hij maakt er gebruik van. Logisch.

Veel woorden die de interviewers volgens jou gebruikte waren verkleinwoordjes. Zoals 'bedrijfje' en 'boekje'. Dit herkennen we allemaal aangezien Nederlanders de kroon spannen met verkleinwoordjes. We drinken graag een kopJE koffie of eten een broodJE kaas.

Ik kan me nog wel herinneren dat toen ik nog in loondienst was collega's weleens spraken over hun collegaatje. Ik keek ze meestal glimlachend aan terwijl ik met mijn linker duim en wijsvinger een afstand van ongeveer een decimeter aanduidde. "Is die collega zo klein dan?" vroeg ik vervolgens gekscherend terwijl de collega moest glimlachen van mijn opmerking. Niet dat mijn collega dit per sé zei met de intentie om de andere collega te kleineren, het zat er gewoon ingebakken om het woord collega standaard te verkleinen.

Het is altijd moeilijk om de intentie van de berichtgever helemaal te begrijpen. Welke intentie zouden de interviewers hebben gehad toen ze deze verkleinwoorden gebruikten? Helemaal zeker kunnen we daar nooit van zijn, tenzij we ze er mee confronteren.

Waar we wel invloed op hebben is op de wijze dat we omgaan met deze verkleinwoordjes. Voelen we ons aangesproken of misschien zelfs wel beledigd? En vertelt dit dan meer over de ander of over onszelf? Het feit dat de interviewers belangstelling tonen in jou en in je product lijkt haaks te staan op het punt dat je maakt waarbij je zegt dat de interviewers jou niet serieus nemen als ondernemer omdat je vrouw bent. Maar goed, ik zat er niet bij dus dat is een aanname.

Iedereen van ons heeft de macht om te besluiten wat ze doen met de informatie die ze aangeboden krijgen. We bepalen zelf welk waardeoordeel we koppelen aan de opmerkingen van anderen.

Misschien staat dit al in je nieuwste boek, maar ik wil het als afsluiter graag nog even met je delen. Twee belangrijke waardes als we kijken naar geluk zijn 'dankbaarheid' en 'compassie'.

  • Dankbaar voor al dat moois dat je bij je geboorte cadeau kreeg en wat je door hard werken zelf hebt neergezet.
  • Dankbaar voor het leven dat je mag leiden waarin je jezelf kan ontplooien en ontwikkelen zoals jij dat wil.
  • Dankbaar dat zoveel mensen interesse in jou en je dienstverlening hebben.
  • Dankbaar voor al het moois dat het leven jou en jouw familie geschonken heeft, ondanks de tegenslagen die iedereen in het leven ervaart.

En dan vanuit compassie denken, je even verplaatsen in de schoenen van een ander.

  • Misschien hadden de interviewers jou onderschat en zijn ze onder de indruk van jouw prestaties.
  • Misschien hebben ze veel vrouwelijke ondernemers gekend die niet zo succesvol waren als jij en daar onder de indruk van zijn.
  • Misschien hebben ze zelf veel moeite om een goed balans te vinden tussen werk en privé.

Beste Kelly, ik wil je heel veel succes wensen met de verkoop van je boek. En dit zeg ik niet omdat je een vrouwelijke ondernemer bent, maar omdat ik het je terecht gun. Ik hoop dat je de levens van veel mensen positief zal beïnvloeden met zowel je boeken als je coachactiviteiten.

Groet van Matthijs

PS. Ik heb de foto voor dit artikel uit een post van je gehaald, is dat ok?

Waarom we stiekem allemaal rijk zijn

Waarom we stiekem eigenlijk allemaal rijk zijn

"The sky is the limit!', een kreet die we regelmatig tegenkomen. We leven in een tijdperk waarin de gewone man een miljonair kan worden. Als je voor een dubbeltje geboren wordt kan je zeker een kwartje worden. Of een biljet van vijfhonderd euro. Dat kan natuurlijk ook.

Vandaag kwam ik een post tegen van een collega coach op sociale media. Ze schreef over hoe ze rijk is van binnen, hoe haar hart gevuld werd met vreugde door haar huidige levenswijze. Maar ook dat ze honger had naar een ruimer gevulde bankrekening. En dat die er wel zou komen. Ooit. Daar had ze vertrouwen in.

Haar post zette me aan het denken. Ik werd getriggerd in haar pleidooi omtrent de emotionele rijkdom die ze ervoer. Dat we, in een tijdperk dat ondergedompeld is in overvloed, een leegte ervaren. Alsof al dat materieël en alle luxe waarin we onszelf baden onze honger naar zingeving niet kunnen stillen. Alsof we als mensheid gemaakt zijn voor 'iets groters dan dit'. Maar dat we er niet naar leven. En als we dat wel doen, dat we dan nog steeds verlangen naar een rijk gevulde bankrekening. Wanneer is het genoeg?

Ik moest denken aan mijn vader. Hoe hij in de jaren '50 van de vorige eeuw opgroeide in een gezin van negen personen. Wel inclusief zijn ouders. Stelletje konijnen waren ze, die opa en oma van mij. Maar dat daar gelaten. Ooit vertelde mijn vader me dat hij, toen hij nog een klein jongetje was, één keer per week in bad ging. En dan een tobbe. Niet echt een bad. En hoe ze één keer in de week 's avonds vlees aten. Omdat er met zeven kinderen er simpelweg geen geld was om iedere avond vlees te eten. Niet dat ze het arm hadden, maar iedere avond vlees was wel een overbodige luxe. Hij vertelde dat hij als kind in de winter de ijskristallen 's ochtends van zijn dekbed af moest slaan. Want centrale verwarming, dat bestond nog niet. Of hoe ze met alle kinderen uit de buurt één keer in de week via het raam van de buren naar de televisie keken. Omdat er dan een kinderprogramma op de tv was.

En dan kijk ik, terwijl ik deze blog schrijf, naar mijn jongste zoon die met talloze autootjes aan het spelen is. Onze kamer is gevuld met warmte van de centrale verwarming. Vanavond gaan mijn kinderen lekker onder de douche of in bad. Wat ze willen. De koelkast is ruim gevuld en de rekeningen zijn betaald. De lampjes van één van de kerstbomen die we in huis hebben staat de hele dag aan terwijl er op de achtergrond kerstmuziek aanstaat op onze stereotoren met ingebouwde MP3 speler.

Mijn vader heeft het allemaal meegemaakt. Het leven in eenvoud, maar ook de enorme groei in welvaart die we ervaren hebben. Ook hij kon, zeker vanaf de jaren '70, van een dubbeltje een kwartje worden. En hij werkte hard. Hij deed z'n best. En toen ik een jong knulletje was in de jaren '80 kon ik genieten van de centrale verwarming die we hadden, een mooie vakantie naar Zuid Europa en meer speelgoed dan dat ik wist wat ik er mee moest doen. Allemaal dankzij het  harden werken van mijn vader en de maatschappelijke ontwikkelingen die dit destijds mogelijk maakten.

\Maar was ik als kind echt veel gelukkiger dan mijn vader toen hij dezelfde leeftijd had? Opgegroeid in zoveel welvaart en luxe, zeker relatief aan wat mijn vader tot zijn beschikking had toen hij dezelfde leeftijd had. Of was ik gewend geraakt aan al deze luxe? Was dit de nieuwe standaard geworden? Was -en ben- ik dan niet een ongelooflijk verwend mens?

Verwend ben je als je niet stilstaat bij alles wat je hebt. Dat je dat voor lief neemt. Dat het de standaard is. Vanuit mijn opvoeding en persoonlijke karakter besef ik me iedere dag hoeveel geluk ik heb gehad. Dat niet alleen mijn wiegje in Nederland stond en niet in Jemen, maar ook dat ik mocht opgroeien en relatieve rijkdom.

En voor mijn ouders die dit alles hebben gefaciliteerd. Echte honger? Echte kou? Ik ken het niet. Mijn hart is dan ook gevuld met dankbaarheid. Dankbaar voor al het grote en het kleine dat het leven mij geschonken heeft.

En daar ligt de oplossing voor een rijk leven. Wees eens stil en kijk om je heen. Observeer. Wat een geluk dat je hier in Nederland bent. Wat een geluk dat je leeft en dat je dit allemaal mag meemaken. Merk eens op hoe je lichaam zich vult met een warm gevoel. Iets wat de nieuwe iPhone niet kan.

Wij mensen zijn gebouwd voor 'iets' groters dan dit. Groter dan alle spullen die we om ons heen verzamelen. Groter dan onze bankrekening, hoe goed gevuld dan ook.

Maar wat is 'iets'? Dat 'iets', dat bepaal jij. Wat zou je de wereld willen brengen? Wat kan jij doen om de wereld, hoe klein dan ook, net een beetje mooier te maken? Dat je ertoe doet. Dat je vreugde ervaart omdat je iets doet waarvan jij vindt dat dat nuttig is (zingeving). Dat je vreugde ervaart omdat je iets doet waar je goed in bent (talentgericht werken). Dat je vreugde ervaart omdat je geen echte honger en kou kent (dankbaarheid). Waar zingeving en dankbaarheid een bruine boterham symboliseren, symboliseert geld en luxe een suikerspin. Een suikerspin is heerlijk zoet, mooi gekleurd en een traktatie voor velen. Maar eenmaal in je mond slinkt de suikerspin tot een hoopje niets. Het vult niet je maag. Het geeft een rush - want suiker - en de daarna bijbehorende suiker dip. Het bied je niets die suikerspin. Geen voedingswaarde. Geen echte energie. Geen gevulde maag.

De suikerspin is een illusie.

Straks is het 2019. Een nieuw jaar en een nieuw begin. Waar ga jij je maag mee vullen, een aantrekkelijke suikerspin of de saaie bruine boterham?