Waarom we stiekem allemaal rijk zijn

Waarom we stiekem eigenlijk allemaal rijk zijn

"The sky is the limit!', een kreet die we regelmatig tegenkomen. We leven in een tijdperk waarin de gewone man een miljonair kan worden. Als je voor een dubbeltje geboren wordt kan je zeker een kwartje worden. Of een biljet van vijfhonderd euro. Dat kan natuurlijk ook.

Vandaag kwam ik een post tegen van een collega coach op sociale media. Ze schreef over hoe ze rijk is van binnen, hoe haar hart gevuld werd met vreugde door haar huidige levenswijze. Maar ook dat ze honger had naar een ruimer gevulde bankrekening. En dat die er wel zou komen. Ooit. Daar had ze vertrouwen in.

Haar post zette me aan het denken. Ik werd getriggerd in haar pleidooi omtrent de emotionele rijkdom die ze ervoer. Dat we, in een tijdperk dat ondergedompeld is in overvloed, een leegte ervaren. Alsof al dat materieël en alle luxe waarin we onszelf baden onze honger naar zingeving niet kunnen stillen. Alsof we als mensheid gemaakt zijn voor 'iets groters dan dit'. Maar dat we er niet naar leven. En als we dat wel doen, dat we dan nog steeds verlangen naar een rijk gevulde bankrekening. Wanneer is het genoeg?

Ik moest denken aan mijn vader. Hoe hij in de jaren '50 van de vorige eeuw opgroeide in een gezin van negen personen. Wel inclusief zijn ouders. Stelletje konijnen waren ze, die opa en oma van mij. Maar dat daar gelaten. Ooit vertelde mijn vader me dat hij, toen hij nog een klein jongetje was, één keer per week in bad ging. En dan een tobbe. Niet echt een bad. En hoe ze één keer in de week 's avonds vlees aten. Omdat er met zeven kinderen er simpelweg geen geld was om iedere avond vlees te eten. Niet dat ze het arm hadden, maar iedere avond vlees was wel een overbodige luxe. Hij vertelde dat hij als kind in de winter de ijskristallen 's ochtends van zijn dekbed af moest slaan. Want centrale verwarming, dat bestond nog niet. Of hoe ze met alle kinderen uit de buurt één keer in de week via het raam van de buren naar de televisie keken. Omdat er dan een kinderprogramma op de tv was.

En dan kijk ik, terwijl ik deze blog schrijf, naar mijn jongste zoon die met talloze autootjes aan het spelen is. Onze kamer is gevuld met warmte van de centrale verwarming. Vanavond gaan mijn kinderen lekker onder de douche of in bad. Wat ze willen. De koelkast is ruim gevuld en de rekeningen zijn betaald. De lampjes van één van de kerstbomen die we in huis hebben staat de hele dag aan terwijl er op de achtergrond kerstmuziek aanstaat op onze stereotoren met ingebouwde MP3 speler.

Mijn vader heeft het allemaal meegemaakt. Het leven in eenvoud, maar ook de enorme groei in welvaart die we ervaren hebben. Ook hij kon, zeker vanaf de jaren '70, van een dubbeltje een kwartje worden. En hij werkte hard. Hij deed z'n best. En toen ik een jong knulletje was in de jaren '80 kon ik genieten van de centrale verwarming die we hadden, een mooie vakantie naar Zuid Europa en meer speelgoed dan dat ik wist wat ik er mee moest doen. Allemaal dankzij het  harden werken van mijn vader en de maatschappelijke ontwikkelingen die dit destijds mogelijk maakten.

\Maar was ik als kind echt veel gelukkiger dan mijn vader toen hij dezelfde leeftijd had? Opgegroeid in zoveel welvaart en luxe, zeker relatief aan wat mijn vader tot zijn beschikking had toen hij dezelfde leeftijd had. Of was ik gewend geraakt aan al deze luxe? Was dit de nieuwe standaard geworden? Was -en ben- ik dan niet een ongelooflijk verwend mens?

Verwend ben je als je niet stilstaat bij alles wat je hebt. Dat je dat voor lief neemt. Dat het de standaard is. Vanuit mijn opvoeding en persoonlijke karakter besef ik me iedere dag hoeveel geluk ik heb gehad. Dat niet alleen mijn wiegje in Nederland stond en niet in Jemen, maar ook dat ik mocht opgroeien en relatieve rijkdom.

En voor mijn ouders die dit alles hebben gefaciliteerd. Echte honger? Echte kou? Ik ken het niet. Mijn hart is dan ook gevuld met dankbaarheid. Dankbaar voor al het grote en het kleine dat het leven mij geschonken heeft.

En daar ligt de oplossing voor een rijk leven. Wees eens stil en kijk om je heen. Observeer. Wat een geluk dat je hier in Nederland bent. Wat een geluk dat je leeft en dat je dit allemaal mag meemaken. Merk eens op hoe je lichaam zich vult met een warm gevoel. Iets wat de nieuwe iPhone niet kan.

Wij mensen zijn gebouwd voor 'iets' groters dan dit. Groter dan alle spullen die we om ons heen verzamelen. Groter dan onze bankrekening, hoe goed gevuld dan ook.

Maar wat is 'iets'? Dat 'iets', dat bepaal jij. Wat zou je de wereld willen brengen? Wat kan jij doen om de wereld, hoe klein dan ook, net een beetje mooier te maken? Dat je ertoe doet. Dat je vreugde ervaart omdat je iets doet waarvan jij vindt dat dat nuttig is (zingeving). Dat je vreugde ervaart omdat je iets doet waar je goed in bent (talentgericht werken). Dat je vreugde ervaart omdat je geen echte honger en kou kent (dankbaarheid). Waar zingeving en dankbaarheid een bruine boterham symboliseren, symboliseert geld en luxe een suikerspin. Een suikerspin is heerlijk zoet, mooi gekleurd en een traktatie voor velen. Maar eenmaal in je mond slinkt de suikerspin tot een hoopje niets. Het vult niet je maag. Het geeft een rush - want suiker - en de daarna bijbehorende suiker dip. Het bied je niets die suikerspin. Geen voedingswaarde. Geen echte energie. Geen gevulde maag.

De suikerspin is een illusie.

Straks is het 2019. Een nieuw jaar en een nieuw begin. Waar ga jij je maag mee vullen, een aantrekkelijke suikerspin of de saaie bruine boterham?

Waarom we zowel heilig als kwaadaardig zijn

Waarom we zowel heilig als kwaadaardig zijn

Vanuit een religieus oogpunt zijn goed en kwaad duidelijk van elkaar gescheiden. Zeker nu we de periode van kerst in gaan lijken we onze goede kanten in de schijnwerper te plaatsen. Maar meestal doen we dat het hele jaar door. We plaatsen onszelf maar al te graag aan de kant van de 'goede'. Of dit objectief gezien juist is kan worden betwist. Hebben we dan allemaal zowel God als de duivel in ons zitten?

De afgelopen weken heb ik -want nerdmodus aan- gekeken naar een miniserie op YouTube van een televisieprogramma omtrent de Eerste Wereldoorlog genaamd '14-18 Dagboeken uit de Eerste Wereldoorlog'. Als je wil ontdekken hoe kwaadaardig we zijn dan zijn beide wereldoorlogen een prachtig voorbeeld, waarbij overigens het woord prachtig wel iets misplaatst is.

Normale mensen. Mensen zoals jij en ik. Opgegroeid in een periode in de geschiedenis van de mensheid waarin 'the sky the limit' leek. Ook aan het begin van de 20e eeuw leek alles op rolletjes te gaan. Er werden om de haverklap nieuwe ontdekkingen gedaan, de voedselvoorraden waren ruimschoots gevuld en de levensstandaard van alle Europeanen ging met sprongen vooruit. Niets leek een prachtige toekomst nog in de weg te staan. We konden vrij door Europa reizen per trein, Zeppelins staken het Britse Kanaal over en de burger ervoer dat het leven niet alleen uit werken bestond.

Ondanks dat de spanningen tussen de grootmachten al op behoorlijke hoogte was waren de 'gewone burgers' gewoon hun leven aan het leiden. Op het land, in de stad of ter zee. Wederom, normale mensen zoals jij en ik. De spanning kwam tot een explosie na de moord op Frans Ferdinand. De rest is geschiedenis.

Vervolgens waren wij mensen in staat om, op industriële wijze, elkaar ongenadig af te slachten. Met de komst van machinegeweren en artillerie leek alle eer omtrent het slagveld te zijn gesmolten als sneeuw voor de zon. We konden onszelf deze slachting goedpraten in onze gedachten. We deden het voor volk- en vaderland. Omdat zij de vijand waren. Omdat het je plicht was. Omdat het zo hoorde.

Laten we een sprong van honderd jaar maken waarbij we uitkomen in het heden. Ook nu lijkt weer 'the sky the limit' te zijn. Maar ook nu zijn er spanningen, zowel tussen verschillende landen als tussen verschillende bevolkingsgroepen. Het Westen tegen het Midden Oosten. Het Westen tegen Rusland. En misschien ook wel een beetje China. En Noord-Korea. Ook al lijkt dat conflict nu minder op springen te staan. En dan hebben we natuurlijk nog de autochtone Nederlander tegen de niet westerse immigranten. Want die moslims, die zijn maar vreemd. De pro Piet tegenover de anti Piet. En als zwarte Piet je niet bevalt, dan rot je maar op naar je eigen land.

We plaatsen onszelf altijd bij het goede team. Ondanks dat onze acties soms negatief van aard kunnen zijn praten we dat goed doordat 'het doel de middelen heiligt'. Onze standpunten en meningen, onze politieke- of religieuze overtuigingen, onze huidskleur of sociale status, het zijn allemaal teams en hokjes waar we onszelf in plaatsen. En vervolgens praten we alles goed zodra het past binnen de denkwijze van het team waar we ons achter scharen.

En hierbij lijken we ons geweten, ons gevoel voor datgene te doen dat goed is, op de achtergrond te verdringen. Ondanks dat ons gevoel ons verbindt met een bepaalde groep of overtuiging is het onze ratio die probeert onze fouten goed te praten. Diep gewortelde gevoelens en verlangens als erkenning, als volwaardig gezien te worden en verbondenheid met de groep kunnen vorm krijgen door je te scharen achter bepaalde ideologieën. Het is dan ook niet gek dat mensen hun standpunten met eventuele agressie hierin verdedigen. Omdat het hun raakt in de kern.

De diepe verlangens die ik hierboven beschreven zijn onschuldig van aard. We herkennen ze waarschijnlijk allemaal. De uiting die we geven aan deze verlangens daarentegen kunnen door onze ratio nogal kwaadaardig uitpakken. En hier komen we op het punt waarin we moeten zoeken naar een balans. Een balans tussen strijden waar we in geloven en strijden om de ander 'te vernietigen'.

Dat we uiting geven aan onze diepe verlangens is prima. Dat we ergens voor staan is mooi en kan zingeving bieden in een wereld die in waanzin gehuld is. Maar laten we nooit onze negatieve acties goedkeuren in het kader van onze overtuiging. Want iedere dag opnieuw kiezen we ervoor of we onze engel aan het roer plaatsen of onze duivel.

De keuze ligt altijd bij jou.

Waarom het Zwarte Pieten debat een eindeloze discussie is

Waarom het Zwarte Pieten debat een eindeloze discussie is

De dagen worden weer korter. Recentelijk is de klok verzet en de blaadjes beginnen langzaam maar zeker op de grond te vallen. Het kan niet missen, het is weer tijd voor het Zwarte Pieten debat.

Als loopbaancoach zijnde is het zwarte pieten debat een intrigerend debat. Overduidelijk zijn er twee partijen die, in deze periode van het jaar, lijnrecht tegenover elkaar staan. Aan de ene kant heb je de autochtone Nederlander die Zwarte Piet wil behouden, aan de andere kant heb je de Nederlanders die Zwarte Piet willen zien verdwijnen. Niet dat ze er ooit uitkomen. De twee strijdende partijen graven zich ieder jaar dieper in en de discussie wordt ieder jaar heviger.

Waarom is dit onderwerp zo interessant voor mij als loopbaancoach? Omdat je duidelijk ziet dat het een emotionele discussie betreft waarin, in theorie, geen goed of fout zit. Zodra ik de pet van loopbaancoach opzet ben ik objectief en kies ik dus geen partij. En als je dan naar de discussie kijkt is 'ie behoorlijk interessant.

Tegenstanders van Zwarte Piet verwijzen naar het koloniale- en racistische verleden van Nederland. Zwarte Piet zou het symbool zijn van dat verleden. Dat we dit verleden hebben staat buiten kijf. Onze volkshelden zijn, als je nader onderzoek doet, niet echt helden maar eerder misdadigers. De tegenstanders maken in dat opzicht een goed punt. Maar is het realistisch om te wijzen naar gebeurtenissen die honderden jaren geleden hebben plaatsgevonden?

Ook slavernij speelt een grote rol bij het 'tegen kamp'. Tenslotte is Zwarte Piet de knecht van Sinterklaas, de blanke welgestelde man die ook nog eens alle credits krijgt voor zijn goedaardigheid. En Piet er maar achteraan hobbelen. Als knecht. Want dat staat in zijn functieomschrijving. Het zou dan ook symbool staan voor het Nederlandse slavenbeleid uit ons koloniale verleden. Helaas hoor ik het tegen kamp niet over de hedendaagse slavernij die wereldwijd in stand wordt gehouden, waarbij er naar schatting 40 miljoen (!!!) mannen, vrouwen en kinderen gedwongen worden om o.a. onze producten zo goedkoop mogelijk te produceren. Misschien iets om je druk over te maken als je zo fel bent tegen slavernij in plaats van je op te winden over het verleden, maar dat daar gelaten. Je kan hier meer over lezen via deze link.

Voorstanders vrezen voor het verlies van hun culturele identiteit, wat dit ook concreet moge betekenen. Doordat de Nederlandse bevolking steeds meer internationale tradities tot zich neemt lijkt zo onze identiteit te worden afgenomen. En dat creëert angst. Angst voor de islamitische tradities bijvoorbeeld en het verlies van de Nederlandse tradities. Overigens heeft dezelfde groep voor internationale feesten als Halloween en Valentijnsdag (beide zeer Amerikaans) geen enkel bezwaar, maar als het bijvoorbeeld om moslimfeesten gaat dan is het huis te klein.

Ik besef me heel goed dat ik de standpunten hier behoorlijk droog noteer, wetende dat de emoties erg hoog kunnen oplopen. Beide kanten, het 'mijn team tegen jouw team principe', lijken niet tot een akkoord te kunnen komen over Zwarte Piet. En dat is ook niet gek. Omdat het helemaal niet om Zwarte Piet gaat.

Zwarte Piet kan je zien als een symptoom. Het afschaffen van Zwarte Piet kan bepaalde symboliek weghalen maar niet de onderliggende problematiek. Hierdoor zou er, in het geval dat Zwarte Piet wettelijk wordt afgeschaft, geen concrete oplossing komen voor de problemen waar het 'nee kamp' mee te maken heeft. De aandacht zou dan kunnen worden verzet naar de afschaffing van de term 'zwarte koffie' of 'zwart witjes' (je weet wel, die salmiaksnoepjes). Dit komt doordat het èchte probleem niet aan de kaak wordt gesteld. Zo kan je dus blijven zoeken naar zaken die je beledigen zonder dat je ooit een punt van berusting bereikt.

Vanuit de coaching maken we een onderscheid tussen emotie en onderliggend verlangen. Zodra we iets meemaken dat onze snaar raakt kunnen we geëmotioneerd reageren. We kunnen ons bijvoorbeeld aangevallen voelen, verdrietig worden door iets wat iemand zegt of super vrolijk worden omdat we onze geliefde weer zien. Een emotie is een berichtgever van een onderliggend verlangen en is altijd naar buiten gericht. Iets of iemand anders wekt de emotie bij je op, of deze nou positief of negatief is. Vingerwijzen noemen we dat.

Wat zou er gebeuren als we op zoek gaan naar wat er onder de emotie ligt? Als je snaar geraakt wordt, ga je dan af op het geluid of richt je je aandacht op de snaar? Zoek je oplossingen, dan ga je op zoek naar de snaar. Waarom is Zwarte Piet beledigend voor jou? Waarom doet het pijn als de eerste zakken pepernoten hartje zomer in de schappen van de supermarkt worden tentoongesteld? Als je het durft om deze vragen aan jezelf te stellen zal je merken dat je bij een onderliggend verlangen kan komen.

Hoe herken je dat je te maken hebt met een onderliggend verlangen? In eerste instantie is de emotie gezakt. Daarnaast zal je merken dat een onderliggend verlangen altijd op jezelf gericht is. Uiteraard wil ik het onderliggend verlangen van het 'nee kamp' niet invullen, maar ik kan me voorstellen dat ze erkenning zoeken. Dat ze dezelfde ontwikkelkansen willen hebben als een autochtone Nederlander. Dat ze worden beoordeeld op hun acties en niet hun huidskleur. Erkenning als mens.

En daar heeft Zwarte Piet helemaal niets mee te maken.

“Uw mening telt!”​

Dagelijks worden we gebombardeerd door de bovenstaande zin. Sinds de jaren '80 van de vorige eeuw schreeuwen marketeers en goeroes over hoe wij als individu het middelpunt van het universum belichamen. Hadden de middeleeuwers toch ergens een punt toen ze zeiden dat de zon en het universum om de aarde heen draaien. Alleen hebben wij het in de huidige tijdsgeest nog individualistischer gemaakt... het universum draait om jou en jou alleen.

Bedrijven en organisaties geven ons een vals gevoel van betrokkenheid door bovenstaande kreet te publiceren. Ze willen graag weten hoe jij denkt over hun product of dienstverlening en lokken je met de kreet 'Uw mening telt!'. Maar doet jouw mening er daadwerkelijk toe, of geeft het alleen de impressie dat organisaties dat ook echt doen? En dan alle glossies die de afgelopen decennia verschenen zijn die pretenderen dat je alleen maar aan jezelf moet denken. Is dit populaire prietpraat om producten aan de man te brengen die het hedonistische in ons wakker maakt?

Lastige vragen waar ook ik niet direct het antwoord op heb. Wat ik wel merk is hoe mensen zichzelf meer en meer in het middelpunt van het universum plaatsen. Natuurlijk heeft dit positieve kanten, maar er is zeker ook een soortgelijk duister randje te bespeuren aan de horizon. Laten we dat eens nader bestuderen na aanleiding van een voorval dat ik recentelijk heb meegemaakt.

Ongeveer twee maanden terug werd ik uitgenodigd voor een speciale Whatsapp groep voor intellectuelen die hun visie wilde delen over maatschappelijke problemen. Tof. Dat zag ik wel zitten. Het idee dat we met een groep snuggere mensen maatschappelijke problemen aan de kaak zouden stellen en dat we zouden filosoferen en debatteren over uiteenlopende onderwerpen sprak me erg aan. Niet alleen voelde ik me vereerd dat ik voor deze groep werd uitgenodigd, ik voelde me ook geïnspireerd om bepaalde problematiek te bespreken in de groep. Iets als een vis in het water.

De groep was in eerste instantie veel bezig met het bespreken van problemen in ons onderwijssysteem. Een onderwerp dat mij zeer aan het hart gaat omdat dit voorafgaand en tekenend kan zijn voor je loopbaan. En da's net mijn expertise zeg maar. Dus filosoferen over het onderwijs, great stuff. So far so good.

Ik stelde de vraag aan de groep over welke vaardigheden en welke kennis de nieuwe generaties nodig gaan hebben. Wat mogen we verwachten van de (nabije) toekomst en hoe kunnen we onze kinderen voorbereiden op deze nieuwe wereld? Je kan tenslotte iets alleen maar veranderen als je ook weet waar je naartoe wilt gaan. Ik werd getriggerd door deze vraag naar aanleiding van een artikel in de Maarten! waarin hij de technologische- en sociologische ontwikkelingen van de 20e eeuw beschreef. En over hoe we nog eigenlijk in de Industriële Revolutie leven. Stel dat deze 'revolutie' tot z'n einde komt, wat komt er daarna?

En zo geschiedde. Ik beschreef mijn vraag in de groep, hopende op een interessant debat over welke toekomst we gaan verwachten. En hoe we nieuwe generaties kunnen begeleiden naar deze nieuwe toekomst. Maar helaas. De reactie die ik kreeg van één van de leden was, totaal onverwacht 'Ik vind Maarten van Rossum een sukkel en moet niks van hem hebben sinds ik hem heb gezien in het tv programma Dream School.'. Ik was met stomheid geslagen. Wat op aarde had deze reactie te maken met mijn vraag en welke toegevoegde waarde had deze mening op de discussie?

Ik bleef de groep vanaf de zijlijn volgen, ondanks dat ik een tikkie teleurgesteld was over het niveau van de groep. Want ook in andere gesprekken, waar helaas niet het debat werd opgezocht, reageerde deze persoon ontzettend emotioneel, persoonlijk en was er klaarblijkelijk de behoeften om een nutteloze mening te verkondigen aan de andere groepsleden. Ze was zo constructief als domino spelen met iemand die Parkinson heeft.

Deze dame had klaarblijkelijk de behoefte om haar mening te ventileren zonder dat daar een vraag of meerwaarde naar was. Want tja;

Haar mening telt!

Haar mening is belangrijk!

Ze is assertief!

Ze maakt van haar hart geen moordkuil!

Resultaat van dit alles? De groep bestaat niet meer. Steeds meer andere leden begonnen zich terug te trekken uit de groep. Omdat de groep geen meerwaarde creëerde. Maar voornamelijk omdat er één persoon was die haar mening boven die van de andere stelde. En meestal was het een nutteloze mening. Een gemiste kans. Dat denk ik echt.

In jouw leven ben je de hoofdrolspeler in je eigen film die 'het Leven' heet. Maar we moeten ons realiseren dat er nog 7,6 miljard anderen zijn die ook hun eigen film aan het maken zijn. En dat onze individuele mening echt niet interessant of boeiend is. De vraag is zelfs of iemand er op zit te wachten. Klinkt negatief, maar maak daarbij alsjeblieft een onderscheid tussen 'je mening ventileren' en 'je visie delen'. Meningen zijn niet zo interessant, visies en ideeën wel.

Dus bedenk de volgende keer als je de neiging hebt om je mening te verkondigen of dit ook echt een meerwaarde is voor de ontvanger. Kan iemand er iets mee en wil die ander wel jouw mening horen? Is jouw mening echt zo belangrijk?

In een wereld waarin we elkaar graag overschreeuwen is het misschien eens tijd dat we leren om onze mond te houden. Misschien leren we nog wat als we eens luisteren en stil zijn.

De 'money mindset'

De ‘money mindset’

Of Tony Robbins degene is die deze term de wereld in geholpen heeft, of dat hij deze term ook simpelweg geleend heeft van een ander, doet niet echt ter sprake. Toen ik deze term tegenkwam begonnen al mijn ideologische haren recht overeind te staan. Een money mindset? Serieus? En wat betekent dat dan concreet? Mijn gedachten, en dan vooral mijn mening, werd vliegensvlug gevormd door een enorme stapel vooroordelen en negativiteit. En ja, als coach hoor je natuurlijk volledig objectief te zijn. Maar in dit geval niet. Want ik had het juist. En misschien wel zo erg dat ik er heilig van overtuigd was dat misschien juist die zogenaamde money mindset wel de bron van al het kwaad in de wereld was.

In het verhaal van de money mindset kom je eigenlijk twee versies tegen. Het ene verhaal is wat spiritueler van aard, het andere verhaal is lekker to the point. Bij de spirituele money mindset moest ik gelijk denken aan 'the Secret', een boek waarin simpelweg aangegeven wordt dat je alles kan krijgen wat je materialistische hartje maar begeerd als je er maar heel veel aan denkt. Dus hang maar een foto van het huis dat je zou willen op in je slaapkamer, of doe een briefje met daarop 1 miljoen euro geschreven in je portemonnee. Het universum regelt de rest. Alsof je iets besteld via Bol.com. Vandaag besteld, morgen in huis.

Ja, daar geloof ik niet in. Door alleen maar simpelweg ergens aan te denken. Het lijkt een soort valse hoop te verkopen. Iedereen kan miljonair worden. Je moet alleen je mindset veranderen. En de hele dag denken aan dingen die je wilt hebben. Is dat het doel dat ik voor ogen wil hebben? Denken aan spullen die leuk zijn maar niet echt bijdragen aan een zinvol bestaan? En als iedereen miljonair zou worden, betekent dat dan nog iets? Of kost een brood dan €2,5k? En wat zou de ecologische voetafdruk zijn? Nee, denken aan een leven als een god in Frankrijk is niet alleen stupide omdat het universum geen bestelsite is, het is ook hedonistisch, leeg en kapitalistisch. Dus, om mijn zoon van drie jaar te quoten, 'doeikoekerooi' (als in toedeledokie of zo).

Nee dan de echte doeners. Een money mindset staat voor doelen stellen. Een structuur bieden en werken naar je doel. Hoe je middels schema's en to do lijsten jezelf opwerkt naar miljonair. En dan vooral de reclames die worden getoond door Facebook zijn geweldig. 'Leer hoe ik €10k per maand verdien!' of 'Hoe ik €50k verdiende terwijl ik op vakantie was!'. Okay dan. Wrijf het er maar in. Maar vooral, geef me een lekker rot gevoel omdat ik niet doe wat jij doet waardoor het mijn eigen schuld is dan ik geen miljonair ben. Want mijn vakantie, wat eigenlijk meer een reis was, kostte me geld. Het leverde geen cent op.

Nee, ik was op z'n zachts gezegd niet echt bezig met mijn money mindset. Sterker nog, doordat ik zo sterk geloofde in mijn verhaal omtrent de money mindset, verdreef ik deze gedachten naar de donkerste plekken achter de donkere plekken van mijn gedachten. Simpel gesteld; de money mindset is niet iets voor mij. Nee, ik wil authentiek blijven, de wereld iets moois bieden en mensen gelukkig maken. Ik wil een leven vol zingeving, niet zo zeer vol spullen. Ik wilde rebels zijn, tegen de stroming in. Ik geloofde meer in Simon Sineks 'Waarom' dan de Tony Robbins 'Money Mindset'.

Merk je op hoe ik bovenstaande alinea in de verleden tijd schreef?

Afgelopen week was ik actief op sociale media om wat advies in te winnen over strategieën om mijn posts meer onder de aandacht te krijgen. Als in #durftevragen. En natuurlijk kwam daar weer iemand met de money mindset. Viel te verwachten. Zucht, daar gaan we weer dacht ik. Maar eerlijk gezegd was ik aangenaam verrast.

Ik heb altijd de focus gelegd op het 'money' gedeelte van de money mindset. Hoe het alleen maar om droog geld verdienen gaat. Maar misschien gaat het daar wel helemaal niet over. Misschien gaat het wel over hoe ik meer mensen kan begeleiden naar de droombaan die ze willen? Misschien gaat het er wel om dat ik mijn toegevoegde waarde aan iemands leven mag doorberekenen? Misschien gaat het er wel om om via deze mindset een grotere impact te maken in de wereld? Dat geld een bijzaak is, een resultaat en niet het doel.

En zo zie je maar weer hoe aannames een totaal verkeerd beeld opwekken van de realiteit. Hoe goed het is om, ondanks als je eerste gedachten over iets negatief zijn, je toch eens wat meer te verdiepen in de materie. Hoe belangrijk het is om vragen te stellen in plaats van te oordelen.

Het 'ikke-ikke-ikke' syndroom

Het ‘ikke-ikke-ikke syndroom’

Soort zoekt soort zeggen ze weleens. Misschien dat ik daarom ook wel verschillende coaches volg via Facebook en LinkedIn. Aangezien het beroep coach een vrij beroep is kom je bijna een wildgroei van coaches tegen op het internet. En dat hoeft in theorie helemaal niet verkeerd te zijn. Ik omarm de gedachten dat er steeds meer mensen zijn die hun talenten willen inzetten om de wereld een mooiere plek te maken. Dat we meer mensen krijgen die hun eigen status minder belangrijk vinden dan de hulp die ze de wereld kunnen brengen. Dat we meehelpen aan het oplossen van een probleem dat groter is dan onszelf.

Allicht komt bovenstaande alinea erg idealistisch over. Zo denk ik erover. Maar geldt dat dan ook voor alle andere coaches die ik tegenkom? En ben ik zelf ook echt zo idealistisch of ben ik ook alleen maar bezig om mijn naamsbekendheid te vergroten? Laten we vandaag daar eens wat dieper op in gaan. Zijn wij coaches echt zo altruïstisch of kicken we op de financiële successen en het aantal 'likes' dat we ontvangen op onze berichten?

Vandaag kwam ik een post tegen van een collega coach. Deze dame, die ik nu de naam Mirella geef (wat uiteraard puur fictief is maar privacy) had een interessante post geplaatst op Facebook. Vol trots vertelde ze dat ze blogs postte voor de site nieuwetijdskind.com, een waanzinnige eer natuurlijk dat ze voor deze site blogs mag posten. De website trekt volgens Mirella 1,5 miljoen lezers waardoor haar berichten een enorm potentieel publiek aantrekken. Leuk!

De vraag is waar Mirella de aandacht op vestigt, wat is het uiteindelijke doel van het plaatsen van de berichten via de site nieuwetijdskind.com? En daar komt denk ik het echte karakter van de persoon naar boven. Want gaat het haar om het bericht dat ze de wereld in wil sturen, of gaat het haar om de hoeveelheid publiciteit die ze creëert omtrent haarzelf en haar dienstverlening. Wat is belangrijker, de inhoud van het bericht of de persoon die het bericht verspreid?

Als ik verder lees dan lijkt Mirella daar zelf al antwoord op te geven. Mirella beschrijft hoe dankbaar ze is voor de enorme hoeveelheid traffic dat ze genereerde via de site. Dat ze nu eindelijk de erkenning krijgt voor wie ze is en dat ze na veel 'bloed, zweet en tranen' eindelijk daar is waar ze nu wil zijn.

Begrijp me niet verkeerd, dankbaarheid is prachtig. Maar het moge duidelijk zijn dat het Mirella meer om haar persoonlijke succes te doen is dan om de impact die haar berichten maken. Het lijkt duidelijk dat de persoon belangrijker is dan de boodschap.

En dat zette me aan het denken. Want wat was belangrijker, de 'I have a dream'-speech van Martin Luther King Jr. of het feit dat Martin Luther King Jr. dat zei? Als iemand anders exact dezelfde speech had gegeven, was de impact dan ook zo groot geweest? Gaat het om zijn boodschap of gaat het om hem? Respecteren we de daden van Nelson Mandela of aanbidden we de persoon omdat hij het instrument is geweest dat heeft geleid tot het beëindigen van de apartheid? Wie is belangrijker, de artiest of het liedje? En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Aan de toon van de blog te lezen voel je waarschijnlijk al aankomen waar ik sta. Ik geloof dat de dienstverlening of het product dat je levert belangrijker is dan jezelf. Als je doelstelling is dat je de wereld een betere plek wil maken, bijvoorbeeld door informatieve blogs te posten op het internet, dan zou het moeten gaan om het bericht en niet de persoon.

Heerlijk idealistisch natuurlijk. Maar ben ik zelf dan wel zo zuiver bezig? Want dat was de volgende vraag die ik mezelf stelde naar aanleiding van Mirella haar bericht. Ik ben ook druk op sociale media en ook ik probeer mijn dienstverlening aan de man te brengen. Toch probeer ik zoveel mogelijk bijvoorbeeld een vraag naar te leggen bij mijn lezers. Of inspireer ik ze met een verhaal van een fictief karakter Mike. Maar is daarbij het doel ook niet om uiteindelijk meer traffic en sales te genereren? Ben ik zo idealistisch in mijn handelen als dat ik hoop?

Nee. Ook ik ben mega ontvankelijk voor de successen die ik op het internet mag ontvangen. Iedere 'like' geeft mij een enorme dopamine rush. Ik voel me er goed door. Ik dus. Ikke-ikke-ikke. Toch probeer ik mijn geweten te sussen met het idee dat ik dit allemaal doe voor een betere wereld. Dat mijn intentie juist is. Maar wat is belangrijker, mijn intentie of mijn daadwerkelijke actie die ik heb ondernomen?

Wijzen naar een ander, tja dat kunnen we wel. En ik ook. Maar belangrijker is om te kijken naar wat je zelf doet.  En dat je daar eerlijk over durft te zijn. Dat je bewust wordt van je handelen zonder daar een oordeel over te vellen. Want doordat je bewust wordt van je eigen handelen ben je in staat om bij te sturen. Want wat zijn mijn onbewuste drijfveren om met virtuele hengel te pakken en te gaan vissen naar digitale bevestigingen? Lekker vissen in de visvijver die 'het internet' heet.

Waarom het eigenlijk best vreemd is dat we op vakantie gaan

Waarom het eigenlijk best vreemd is dat we op vakantie gaan

De periode waar menig Nederlander op zit te wachten is aangekomen; de vakantieperiode. De lavendelgeur van het Franse platteland lijkt al bij het inpakken van de koffers langs onze neus te gaan.  In onze gedachten streelt de Griekse zon ons gezicht al en lijken we de Italiaanse espresso al te proeven. Jazeker, het is weer tijd voor de welverdiende zomervakantie. Als lemmings verlaten we de komende periode ons kikkerlandje om weer bij te laden. Zodat we weer uitgerust terugkomen. En het liefst nog met een bruin kleurtje op de huid.

Lees in dit artikel waarom het zo vreemd is dat we sowieso op vakantie gaan. En wat je eraan kan doen natuurlijk.

Vakantie!

Het principe van de zomervakantie is niet meer weg te denken uit de westerse cultuur. Waar wij Nederlanders over het algemeen op reis gaan naar andere, meer zonnige bestemmingen, blijven mensen in andere landen gewoon in eigen land. En uiteraard willen we, in veel gevallen, weer helemaal terug naar basic. In een tent of caravan. Geen luxe. Wc-rol onder de oksel geklemd. Zittend op een gammel klapstoeltje.

Definitiebepaling

Zoals je allicht van mij gewend bent geraakt start ik altijd, na de inleiding, met een kort stukje over de definitiebepaling. En aangezien tradities in ere gehouden mogen worden zal ik ook deze keer weer een definitiebepaling voorschotelen. Met de vakantie bedoel ik een reis om bij te komen van een jaar werken en/of studeren.

Reizen

Voordat ik verder ga met mijn pleidooi over waarom het concept van op vakantie gaan zo vreemd is wil ik graag een onderscheid maken tussen reizen en op vakantie gaan. Een reis wordt gemaakt om een nieuw deel van de wereld te ontdekken waarbij het concept van ontdekken de boventoon voert. Bij reizen gaat het er dus niet om dat je wilt bijkomen op een welverdiende vakantie, een reis maak je om de wereld te ontdekken. Dit betekent niet dat een reis niet voor ontspanning kan zorgen, maar het is niet het doel van de reis, zoals dat bij een vakantie wel zo is.

De ‘Ratrace’

Om te begrijpen waarom het concept van vakantie zo vreemd is wil ik je uitnodigen om samen met mij onze levens en onze maatschappij eens vanaf een afstandje te bekijken. Alsof je er zelf even geen onderdeel van bent. Alsof we samen even in een kleine ufo zitten en kijken naar de levens hier in Nederland.

Sociaal contract

Stel dat we zouden kijken naar wat de gemiddelde Nederlander zou doen met z’n tijd hier op aarde vanuit onze ufo, wat zouden we dan zien? We zouden mensen zien die zichzelf verplichten om van maandag tot en met vrijdag naar hun werk te reizen om daar arbeid te verrichten. Niet omdat ze dat willen doen, maar omdat ze er geld voor krijgen. Want zo werkt de deal van ons sociaal contract : Jouw Tijd + Jouw Expertise = Jouw Salaris. Niet dat je hier overigens zelf voor gekozen hebt. Zo doen we het nou eenmaal. En als je niet mee doet dan kijken we je scheef aan.

Het verschil tussen ‘willen’ en ‘moeten’

In veel gevallen ervaren we ons werk als moeten. Het is een verplichting en je verantwoordelijkheid om je steentje bij te dragen aan de maatschappij. Dat is in theorie niet vreemd. Het principe dat we iets willen betekenen voor onze (directe) omgeving stamt al sinds het begin der beschaving waarbij eenieder een waardevolle rol op zich nam. Zodra je iets doet om de  gemeenschap te dienen waarbij je jouw karakter en talenten kan inzetten plaatsen we dat onder de noemer ‘zingeving’.

Helaas is dat principe jegens arbeid veelal vervaagd. Tegenwoordig zien velen van ons het werk dat we doen als een verplichting. Om brood op de plank te krijgen. Want zo hoort het. En natuurlijk creëren we mooie uitdagingen om onze banen zo interessant mogelijk te maken. We praten over professionele groei en over promotie. En hoe duurder en funkier je functietitel klinkt, hoe beter.

Maar het helpt allemaal niets. We werken omdat het van ons verwacht wordt, omdat het moet. Omdat de baas zegt dat de target belangrijk is, ondanks dat je diep van binnen voelt dat de wereld echt niet beter wordt door zo’n target. Of dat de deadline echt heel erg belangrijk is, terwijl je aanvoelt dat die deadline ook maar een geprikte datum op de baas zijn kalender is.

Rutger Bregman zei ooit :”We werken ons te pletter, om spullen te kopen die we niet nodig hebben, om mensen te imponeren die we niet mogen.”.

En dus…

Gaan we één keer per jaar eens lekker op onze welverdiende vakantie! Om weer helemaal bij te laden om zo nog een jaar nutteloze werkzaamheden uit te voeren voor een werkgever die jou van een personeelsnummer voorzien heeft. Joepie!

En zo vullen we onze levens. Jaar in, jaar uit.

Best vreemd hè.

Maar wat dan wel?

Confucius stelde ooit dat ‘Een man die plezier heeft in zijn werk niet werkt’. En dat is een principe waar ik me als loopbaancoach volledig in kan vinden. Zodra je leert dat je jouw steentje kan bijdragen aan de maatschappij met het leveren van een product of dienst waarbij je een probleem op lost dat je aan het hart gaat en waarbij je jouw talenten kan inzetten… dat je werk helemaal niet als werk aanvoelt.

En dat je dus helemaal geen vakantie nodig hebt. Omdat je van ‘moeten’ naar ‘willen’ bent gegaan.

Kan je dat geld mooi ergens anders voor gebruiken.

Wat zou een goede investering zijn?

Hoe jij je geld uitgeeft ligt natuurlijk helemaal bij jou. Maar hoe zou het zijn om je huidige loopbaan eens onder de loep te nemen? Om eens op de pauze knop te drukken om samen met een loopbaanprofessional te bespreken of je carrière uit ‘moeten’ of uit ‘willen’ bestaat.

De wereld heeft jouw talenten nodig… #juistnu

Goeroe gezocht

Goeroe gezocht!

De laatste tijd kom ik veel berichten tegen, zowel op het journaal als op sociale media, waarin de aanbidding van een specifiek persoon op subtiele wijze naar boven komt. De zoektocht die wij als mensen hebben naar leiders die onze idealen (lijken te) willen verwezenlijken lijkt de laatste paar jaar groter dan ooit. Of misschien lijkt dat alleen maar zo. Waar komt dat toch vandaan? Waarom hebben wij mensen idolen nodig om tegenop te kijken en, misschien nog wel essentiëler, waarom kan het zo gevaarlijk zijn?

Als (loopbaan)coach zijn dit interessante vragen. In sommige gevallen lijken we een persoon een 'card blanche' te geven en lijken we alleen de successen te zien en niet het falen van onze idolen. Waarom verliezen we onze objectiviteit in onze hedendaagse goeroe's? Waar we naar anderen, en allicht onszelf, behoorlijk streng en kritisch kunnen zijn mogen onze favoriete politiek leiders, inspirators en spiritueel leiders eigenlijk alles zeggen en doen wat ze willen. Want wij, als volgers, uitten niet alleen geen kritiek... we praten het nog graag goed ook. Hoe zit dit?

In de goede oude tijd, toen je poep nog met een lange 'oe' schreef, hadden we ons lot hier in het Westen gelegd in de handen van de almachtige God. Ondanks dat er, ook vroeger, ongetwijfeld idolen waren vonden we onze sturing en richting in onze religie. De religie bood troost, uitleg en sturing aan onze levens. Zowel ons doel op aarde als ons lot lag in zijn handen. En aangezien God het allicht wat druk had met het dirigeren van al deze miljoenen levens liepen de zaken niet altijd zoals gewenst. Ach, dat was dan God's wil. Of dat God op mysterieuze wijze handelt. Dat kan natuurlijk ook. Dat God ook fouten kon maken was 'out of the question', tenslotte was hij God.

Sinds halverwege de twintigste eeuw heeft God moeten plaatsmaken voor het individualisme. En in dit kader gaat het om de eigen verantwoordelijkheid. Niet God maar jijzelf was verantwoordelijk. Na de wederopbouw van de chaos die ontstaan was in de Tweede Wereldoorlog begon de welvaart door te vloeien naar meerdere lagen van de bevolking, mede door de komst van de verzorgingsstaat. God was eigenlijk niet meer nodig. Wij zelf zijn verantwoordelijk voor onze levens.

Toch bleek, en blijkt, er behoefte te zijn aan sturing van bovenaf. Het volgen van een voorbeeldfiguur. Iemand die onze dromen en idealen lijkt waar te maken. Iemand aan wie we onze hoop op een betere toekomst kunnen hangen. Iemand die het voor ons opneemt. Iemand die ons begrijpt.

Laten we weer terug gaan naar het hier en nu. Leiders op verschillende terreinen lijken op te staan. En dat merken we bijvoorbeeld aan het sterk polariserende karakter van zo'n beetje ieder maatschappelijk probleem dat er nu heerst. Aan beide kanten van het politieke spectrum zijn er zogenaamde goeroe's die ons van alles vertellen en beloven. Zij beloven de waarheid. Zij zijn er voor jou... toch?

Een mooi voorbeeld hiervan is de vorige president van de Verenigde Staten, Barack Obama. Deze man wordt op handen gedragen door de internationale gemeenschap. Al voordat hij één wetsvoorstel had ondertekend kreeg hij al een Nobelprijs, al voordat hij één stap in het Witte Huis had gezet was hij de 'redder van de wereld'. En nu denken we nog steeds weemoedig aan de mooie periode waarin Obama als machtigste man ter wereld regeerde over ons eenvoudige zielen. Obama heeft bijna de status van demi-god verkregen. Maar als we nou eens inzoomen op zijn beleid van de afgelopen 8 jaar, is hij dan net zo heilig als dat we denken? Niet echt. Zo is de kloof tussen arm en rijk enorm gestegen in de
Verenigde Staten, zijn de spanningen tussen blank en zwart in geen tijden zo hoog geweest (Black Lives Matter) en waar Obama twee interventies cadeau kreeg van Bush bij aanvang van zijn presidentschap... zo gaf hij acht militaire interventies cadeau aan zijn opvolger Trump. Obama heeft honderd duizenden onschuldige doden op zijn geweten, heeft de spanningen met Rusland bijna laten escaleren en had plannen middels vrijhandelsverdragen om multinationals nagenoeg vrij spel te geven.

En ondanks dat alles lijken we dit allemaal te vergeten als we aan Obama denken. Hij was onze redder. Tja, denk dat mensen in Syrië, Irak, Afghanistan, Yemen, Libië, Pakistan en Somalië daar anders over denken. Zie hier de lijst met landen die Obama heeft gebombardeerd. Dan mensen zoals Paul Joseph Watson, één van de vele YouTube sterren die hun mening en kennis verkondigen middels het net genoemde platform. Watson biedt zich aan als 'kennis verspreider', met
vaak in de titels het duidelijk aangegeven 'The Truth about ...'. Alleen maar om erachter te komen dat zijn video's een mening verkondigen en totaal niet met feiten zijn onderbouwd. Nagenoeg zijn al zijn video's met feiten te weerleggen. Je zou verwachten dat ieder mens, helemaal in het informatietijdperk, hem als een blok zou laten vallen. Maar niets in minder waar. Op het moment van het schrijven van deze blog heeft Watson 1.1 miljoen volgers. En die dragen hem op handen. En nemen alles als zoete koek wat hij zegt. Ook als het feitelijk onjuist is. Maar hij zegt het met heel veel overtuiging...

En daar komt de 'aap uit de mouw'. Als mensen zijn wij heel erg geneigd om te kijken naar hoe iemand zijn boodschap overbrengt. Met hoeveel zelfvertrouwen en duidelijke taal wordt de boodschap verkondigd? Wordt je meegezogen in het verhaal? Vertaalt de persoon jouw emoties en gedachten? Dan vallen we er al snel voor. Klaarblijkelijk vinden de we alpha-status van de persoon belangrijker dan wat de persoon gedaan heeft (zoals bij Obama) of wat de persoon verkondigd (zoals bij Watson). We lijken verliefd te worden op de persoonlijkheid van deze mensen en geven hun, zodra ze iets goeds hebben gedaan, een vrijbrief voor hun toekomstige acties. We verliezen onze objectiviteit en bekijken de persoon door een roze bril.

Straks zijn er verkiezingen. Gemeenteraadsverkiezingen. En misschien heb je al een favoriet omdat deze persoon zo goed kan debatteren of 'zegt waar het op staat'. Laten we dit jaar eens objectief zijn en niet alleen luisteren naar de boodschap, maar dat we kijken naar de beleidsvoorstellen. Dat we waakzaam blijven en daarbij zelfs onze goeroe's mogen terugfluiten als ze een fout begaan.

Het Einde

het Einde

Recentelijk mocht ik aanwezig zijn bij het vieren van 'het Einde' van een dierbare. In de volksmond wordt dit ook nog wel een begrafenis genoemd. En ondanks dat een begrafenis altijd een verdrietige ondertoon heeft wil ik graag  benadrukken dat het om een dame ging die tegen de negentig liep en een uitbundig geleefd leven achter de rug had. Het was goed zo. Daar was iedereen, zelfs de overledene, het helemaal mee eens.

Tijdens de begrafenis besefte ik me een aantal zaken die ik in deze blog uiteraard ga omschrijven. Dus we gaan het groot maken vandaag. Want 'het Leven', hoe delen we dat anno 2018 in? En welke zaken zijn er, zodra 'het Einde' gevierd wordt nou nog overeind gebleven. Genoeg stof tot nadenken tijdens zo'n begrafenis, dat kan ik je wel zeggen.

Op dit moment lijken zaken als 'status', 'welvaart' en simpelweg 'spullen' de belangrijkste waarden waar we onze levenskeuzes op baseren. Veelal kiezen we onze loopbaan erop uit. Hoe staat het met je koopkracht? Loop je wel bij met de nieuwste technologische ontwikkelingen en heb je al die nieuwe hairconditionar met zeezout uitgeprobeerd? Je weet wel, van dat spul waarvan je haar net lijkt alsof het door je kat 'in style' gelikt is. Dat spul. En dat wil je hebben.

Als hongerige lemmings begeven we ons het grootste deel van de werkweek aan het vergaren van de financiële middelen om ons te vergapen aan al deze prachtige producten en diensten. Hopende dat product x ons eindelijk het  zelfvertrouwen geeft dat we nodig hebben, of dat dienst y laat zien hoe goed onze financiële situatie is. Dat de voetjes op het droge zijn. Dat je je verantwoordelijkheden kan nemen in het leven. Dat je status geniet op zowel de werkvloer als de woonkamervloer. En op Facebook natuurlijk. En LinkedIn.

Hoeveel tijd pompen we in zaken die, achteraf als 'het Einde' gevierd wordt, totaal niet meer genoemd worden? Hoeveel energie en wilskracht stoppen we in het verdienen van geld om spullen te kopen die toch maar tijdelijk van jou zijn? Want als eenmaal jouw 'Einde' is gekomen, wat wil je dan nog met al die spullen doen? De dierbare in je testament zullen blij zijn, maar wat heb je er zelf nog aan?

Alles waar we zoveel van onze toewijding in stoppen lijken maar van tijdelijke aard te zijn. Ik besefte me die dag dat alles wat je zogenaamd in je bezit hebt eigenlijk alleen maar tijdelijk in bruikleen is. Uiteindelijk, vroeg of laat, is het product er niet meer. Je hebt het product even mogen gebruiken om het daarna weer door te geven. Ook producten die in je leven sneuvelen worden weer teruggegeven zodat er weer nieuwe spullen uit jouw oude spullen gemaakt kan worden. Al het bezit is tijdelijk.

Als we dan ons Einde vieren, wordt er dan veel tijd besteed aan iemands status, verworven welvaart en gadgets die ze hebben aangeschaft? Roemen we iemand voor diens loopbaan, zakelijke beslissingen en professionele groei?

Niet echt hè.

Bij de viering van 'het Einde' wordt de persoon besproken. Herinneringen die karaktereigenschappen van deze persoon naar boven halen. Persoonlijke verhalen waarbij we een blik krijgen aangeboden in de leefwereld van de overledene. Hoe we waren. Waar we om moesten lachen. Wanneer we handelden om anderen te helpen. Dat moment dat we boven onszelf uitstegen om de wereld een mooiere plek te maken. Om te zorgen. Lief te hebben. Te lachen.

Het gerucht gaat ten ronde dat Steve Jobs het op zijn sterfbed niet heeft gehad over Apple, maar dat hij sprak over zijn gezin, familie en warme vrienden. Hoe dierbaar ze voor hem waren en hoe deze mensen kleur en betekenis aan zijn leven gaven. Geen woord over Apple, niet één.

Zou het dan niet eens tijd worden om anders te kijken naar ons leven? Dat we vaker durven om andere prioriteiten te stellen? Dat we wat minder denken en wat meer voelen. Zodat we leven. Als onze loopbaan niet herinnerd wordt, waarom zouden we dan niet al onze energie willen steken in het creëren van mooie herinneringen? Herinneringen met dierbaren, of herinneringen met hulpbehoevende die jij met jouw talenten kan voorzien van raad of daad. Dat we op privévlak kunnen leven en dat we onze loopbaan kunnen richting op zingeving. Dat we boven onszelf uitstijgen.

Wie wil dat nou niet?

En toch stappen we morgen weer als lemmings in onze auto of trein. Om geld te verdienen. Zodat we mooie spullen kunnen kopen. Om aan de buitenwereld te laten zien dat we het goed voor elkaar hebben. Want dat Einde, dat duurt nog wel even. Kan je mooi tijdens het wachten met je nieuwe iPhone spelen.