Waarom we stiekem allemaal rijk zijn

Waarom we stiekem eigenlijk allemaal rijk zijn

"The sky is the limit!', een kreet die we regelmatig tegenkomen. We leven in een tijdperk waarin de gewone man een miljonair kan worden. Als je voor een dubbeltje geboren wordt kan je zeker een kwartje worden. Of een biljet van vijfhonderd euro. Dat kan natuurlijk ook.

Vandaag kwam ik een post tegen van een collega coach op sociale media. Ze schreef over hoe ze rijk is van binnen, hoe haar hart gevuld werd met vreugde door haar huidige levenswijze. Maar ook dat ze honger had naar een ruimer gevulde bankrekening. En dat die er wel zou komen. Ooit. Daar had ze vertrouwen in.

Haar post zette me aan het denken. Ik werd getriggerd in haar pleidooi omtrent de emotionele rijkdom die ze ervoer. Dat we, in een tijdperk dat ondergedompeld is in overvloed, een leegte ervaren. Alsof al dat materieël en alle luxe waarin we onszelf baden onze honger naar zingeving niet kunnen stillen. Alsof we als mensheid gemaakt zijn voor 'iets groters dan dit'. Maar dat we er niet naar leven. En als we dat wel doen, dat we dan nog steeds verlangen naar een rijk gevulde bankrekening. Wanneer is het genoeg?

Ik moest denken aan mijn vader. Hoe hij in de jaren '50 van de vorige eeuw opgroeide in een gezin van negen personen. Wel inclusief zijn ouders. Stelletje konijnen waren ze, die opa en oma van mij. Maar dat daar gelaten. Ooit vertelde mijn vader me dat hij, toen hij nog een klein jongetje was, één keer per week in bad ging. En dan een tobbe. Niet echt een bad. En hoe ze één keer in de week 's avonds vlees aten. Omdat er met zeven kinderen er simpelweg geen geld was om iedere avond vlees te eten. Niet dat ze het arm hadden, maar iedere avond vlees was wel een overbodige luxe. Hij vertelde dat hij als kind in de winter de ijskristallen 's ochtends van zijn dekbed af moest slaan. Want centrale verwarming, dat bestond nog niet. Of hoe ze met alle kinderen uit de buurt één keer in de week via het raam van de buren naar de televisie keken. Omdat er dan een kinderprogramma op de tv was.

En dan kijk ik, terwijl ik deze blog schrijf, naar mijn jongste zoon die met talloze autootjes aan het spelen is. Onze kamer is gevuld met warmte van de centrale verwarming. Vanavond gaan mijn kinderen lekker onder de douche of in bad. Wat ze willen. De koelkast is ruim gevuld en de rekeningen zijn betaald. De lampjes van één van de kerstbomen die we in huis hebben staat de hele dag aan terwijl er op de achtergrond kerstmuziek aanstaat op onze stereotoren met ingebouwde MP3 speler.

Mijn vader heeft het allemaal meegemaakt. Het leven in eenvoud, maar ook de enorme groei in welvaart die we ervaren hebben. Ook hij kon, zeker vanaf de jaren '70, van een dubbeltje een kwartje worden. En hij werkte hard. Hij deed z'n best. En toen ik een jong knulletje was in de jaren '80 kon ik genieten van de centrale verwarming die we hadden, een mooie vakantie naar Zuid Europa en meer speelgoed dan dat ik wist wat ik er mee moest doen. Allemaal dankzij het  harden werken van mijn vader en de maatschappelijke ontwikkelingen die dit destijds mogelijk maakten.

\Maar was ik als kind echt veel gelukkiger dan mijn vader toen hij dezelfde leeftijd had? Opgegroeid in zoveel welvaart en luxe, zeker relatief aan wat mijn vader tot zijn beschikking had toen hij dezelfde leeftijd had. Of was ik gewend geraakt aan al deze luxe? Was dit de nieuwe standaard geworden? Was -en ben- ik dan niet een ongelooflijk verwend mens?

Verwend ben je als je niet stilstaat bij alles wat je hebt. Dat je dat voor lief neemt. Dat het de standaard is. Vanuit mijn opvoeding en persoonlijke karakter besef ik me iedere dag hoeveel geluk ik heb gehad. Dat niet alleen mijn wiegje in Nederland stond en niet in Jemen, maar ook dat ik mocht opgroeien en relatieve rijkdom.

En voor mijn ouders die dit alles hebben gefaciliteerd. Echte honger? Echte kou? Ik ken het niet. Mijn hart is dan ook gevuld met dankbaarheid. Dankbaar voor al het grote en het kleine dat het leven mij geschonken heeft.

En daar ligt de oplossing voor een rijk leven. Wees eens stil en kijk om je heen. Observeer. Wat een geluk dat je hier in Nederland bent. Wat een geluk dat je leeft en dat je dit allemaal mag meemaken. Merk eens op hoe je lichaam zich vult met een warm gevoel. Iets wat de nieuwe iPhone niet kan.

Wij mensen zijn gebouwd voor 'iets' groters dan dit. Groter dan alle spullen die we om ons heen verzamelen. Groter dan onze bankrekening, hoe goed gevuld dan ook.

Maar wat is 'iets'? Dat 'iets', dat bepaal jij. Wat zou je de wereld willen brengen? Wat kan jij doen om de wereld, hoe klein dan ook, net een beetje mooier te maken? Dat je ertoe doet. Dat je vreugde ervaart omdat je iets doet waarvan jij vindt dat dat nuttig is (zingeving). Dat je vreugde ervaart omdat je iets doet waar je goed in bent (talentgericht werken). Dat je vreugde ervaart omdat je geen echte honger en kou kent (dankbaarheid). Waar zingeving en dankbaarheid een bruine boterham symboliseren, symboliseert geld en luxe een suikerspin. Een suikerspin is heerlijk zoet, mooi gekleurd en een traktatie voor velen. Maar eenmaal in je mond slinkt de suikerspin tot een hoopje niets. Het vult niet je maag. Het geeft een rush - want suiker - en de daarna bijbehorende suiker dip. Het bied je niets die suikerspin. Geen voedingswaarde. Geen echte energie. Geen gevulde maag.

De suikerspin is een illusie.

Straks is het 2019. Een nieuw jaar en een nieuw begin. Waar ga jij je maag mee vullen, een aantrekkelijke suikerspin of de saaie bruine boterham?

Het Einde

het Einde

Recentelijk mocht ik aanwezig zijn bij het vieren van 'het Einde' van een dierbare. In de volksmond wordt dit ook nog wel een begrafenis genoemd. En ondanks dat een begrafenis altijd een verdrietige ondertoon heeft wil ik graag  benadrukken dat het om een dame ging die tegen de negentig liep en een uitbundig geleefd leven achter de rug had. Het was goed zo. Daar was iedereen, zelfs de overledene, het helemaal mee eens.

Tijdens de begrafenis besefte ik me een aantal zaken die ik in deze blog uiteraard ga omschrijven. Dus we gaan het groot maken vandaag. Want 'het Leven', hoe delen we dat anno 2018 in? En welke zaken zijn er, zodra 'het Einde' gevierd wordt nou nog overeind gebleven. Genoeg stof tot nadenken tijdens zo'n begrafenis, dat kan ik je wel zeggen.

Op dit moment lijken zaken als 'status', 'welvaart' en simpelweg 'spullen' de belangrijkste waarden waar we onze levenskeuzes op baseren. Veelal kiezen we onze loopbaan erop uit. Hoe staat het met je koopkracht? Loop je wel bij met de nieuwste technologische ontwikkelingen en heb je al die nieuwe hairconditionar met zeezout uitgeprobeerd? Je weet wel, van dat spul waarvan je haar net lijkt alsof het door je kat 'in style' gelikt is. Dat spul. En dat wil je hebben.

Als hongerige lemmings begeven we ons het grootste deel van de werkweek aan het vergaren van de financiële middelen om ons te vergapen aan al deze prachtige producten en diensten. Hopende dat product x ons eindelijk het  zelfvertrouwen geeft dat we nodig hebben, of dat dienst y laat zien hoe goed onze financiële situatie is. Dat de voetjes op het droge zijn. Dat je je verantwoordelijkheden kan nemen in het leven. Dat je status geniet op zowel de werkvloer als de woonkamervloer. En op Facebook natuurlijk. En LinkedIn.

Hoeveel tijd pompen we in zaken die, achteraf als 'het Einde' gevierd wordt, totaal niet meer genoemd worden? Hoeveel energie en wilskracht stoppen we in het verdienen van geld om spullen te kopen die toch maar tijdelijk van jou zijn? Want als eenmaal jouw 'Einde' is gekomen, wat wil je dan nog met al die spullen doen? De dierbare in je testament zullen blij zijn, maar wat heb je er zelf nog aan?

Alles waar we zoveel van onze toewijding in stoppen lijken maar van tijdelijke aard te zijn. Ik besefte me die dag dat alles wat je zogenaamd in je bezit hebt eigenlijk alleen maar tijdelijk in bruikleen is. Uiteindelijk, vroeg of laat, is het product er niet meer. Je hebt het product even mogen gebruiken om het daarna weer door te geven. Ook producten die in je leven sneuvelen worden weer teruggegeven zodat er weer nieuwe spullen uit jouw oude spullen gemaakt kan worden. Al het bezit is tijdelijk.

Als we dan ons Einde vieren, wordt er dan veel tijd besteed aan iemands status, verworven welvaart en gadgets die ze hebben aangeschaft? Roemen we iemand voor diens loopbaan, zakelijke beslissingen en professionele groei?

Niet echt hè.

Bij de viering van 'het Einde' wordt de persoon besproken. Herinneringen die karaktereigenschappen van deze persoon naar boven halen. Persoonlijke verhalen waarbij we een blik krijgen aangeboden in de leefwereld van de overledene. Hoe we waren. Waar we om moesten lachen. Wanneer we handelden om anderen te helpen. Dat moment dat we boven onszelf uitstegen om de wereld een mooiere plek te maken. Om te zorgen. Lief te hebben. Te lachen.

Het gerucht gaat ten ronde dat Steve Jobs het op zijn sterfbed niet heeft gehad over Apple, maar dat hij sprak over zijn gezin, familie en warme vrienden. Hoe dierbaar ze voor hem waren en hoe deze mensen kleur en betekenis aan zijn leven gaven. Geen woord over Apple, niet één.

Zou het dan niet eens tijd worden om anders te kijken naar ons leven? Dat we vaker durven om andere prioriteiten te stellen? Dat we wat minder denken en wat meer voelen. Zodat we leven. Als onze loopbaan niet herinnerd wordt, waarom zouden we dan niet al onze energie willen steken in het creëren van mooie herinneringen? Herinneringen met dierbaren, of herinneringen met hulpbehoevende die jij met jouw talenten kan voorzien van raad of daad. Dat we op privévlak kunnen leven en dat we onze loopbaan kunnen richting op zingeving. Dat we boven onszelf uitstijgen.

Wie wil dat nou niet?

En toch stappen we morgen weer als lemmings in onze auto of trein. Om geld te verdienen. Zodat we mooie spullen kunnen kopen. Om aan de buitenwereld te laten zien dat we het goed voor elkaar hebben. Want dat Einde, dat duurt nog wel even. Kan je mooi tijdens het wachten met je nieuwe iPhone spelen.